In paniek kruipt Celeste over de vloer, trillend van angst, met de nagalm van de oorverdovende schoten in haar oren. In de deuropening staat Julia in haar roze nachtjapon en staart verschrikt naar de plek achter Celeste. In haar vlucht de woonkamer uit grijpt Celeste Julia’s hand en trekt haar mee de gang in, om te kunnen ontsnappen aan het gevaar. Bij de voordeur beseft Celeste dat ze hem eerder vanavond op slot heeft gedraaid. Een andere keus is er niet. Geruisloos rent ze de trap op met Julia aan haar hand, zoekend naar een plek waar ze de meeste kans hebben te overleven. In een flits denkt ze aan de keer dat ze Julia niet had kunnen vinden. Hoe Celeste kamer na kamer was afgegaan en haar naam had geroepen tot ze het zachte gegiechel had opgevangen uit de muur achter Julia’s gietijzeren bed.
‘Snel,’ sist ze naar Julia en neemt haar mee naar Julia’s kamer. Ze duikt op de grond en knikt naar het gat achter het bed. Julia’s grote ogen kijken haar apathisch aan. Celestes maag draait zich om bij de gedachten welk effect dit trauma zal hebben op een zesjarige.
‘Het is zo voorbij, meisje,’ fluistert Celeste. ‘Als we heel stil zijn kunnen ze ons niet vinden.’ Julia bukt gelaten en rolt onder het gietijzeren bed, waar ze kruipt in de nauwe spelonk tussen de gipsmuur en het rieten dak, de opening die Boudewijn beloofd had te dichten, maar nog altijd niet had gedaan. Haar onderbuik verzwaart bij de gedachte aan Boudewijn, onwetend op het feest. Waren ze maar met hem meegegaan vanavond. Waren ze maar niet thuisgebleven.
Celeste volgt Julia het donker in waar ze haar in de krappe ruimte in haar armen neemt, terwijl beneden het gestommel klinkt van de twee mannen die vanavond plotseling in de keuken hadden gestaan toen Celeste buiten de planten water had gegeven. Nog voor ze had kunnen gillen had een behandschoende hand haar mond dichtgedrukt, het metaal van de loop van een pistool drukte tegen haar slaap.
‘Waar is het geld?’ schreeuwde de man achter zijn bivakmuts. Hij haalde zijn hand weg van haar mond en hield haar dreigend onder schot. Naarstig zocht ze naar woorden, maar haar lippen murmelde enkel loze klanken.
‘Breng ons naar de kluis,’ riep een andere man met eenzelfde bivakmuts.
‘Boven. Mijn dochter. Alsjeblieft,’ had Celeste gehuild.
‘De kluis!’ De loop verplaatste zich van Celestes hoofd naar haar rug en de man duwde haar naar de woonkamer.
‘Mama?’ riep Julia vanuit de gang. ‘Mama?’ In haar roze nachtjapon op haar blote voeten kwam Julia slaperig de woonkamer binnen.
In de donkere spouw streelt Celeste Julia’s haren en kust zachtjes haar voorhoofd, terwijl de mannen het hele huis doorzoeken, meubels verschuiven en kasten leeghalen. Doodstil blijft ze zitten als ze de mannen de slaapkamer van Julia hoort binnenkomen.
‘Jezus, gore klootzak. Een moeder en een kind. Een kind, godverdomme.’
‘Bek dicht. Er zou niemand thuis zijn.’ De voetstappen komen dichterbij. Celeste hoort het gehijg aan de andere kant van de muur. Ze houdt haar adem in en drukt Julia dichter tegen zich aan. Piepend schuiven de gietijzeren poten van het bed over de vloer. Het gebundelde licht van een zaklamp verdringt het donker in de opening.
‘Hier. Een gat in de muur,’ roept een van de mannen en steekt zijn arm erin, zijn vingers beroeren de lucht. Zo stil mogelijk schuift Celeste met Julia dieper de spouw in om de zoekende arm te ontwijken.
‘Sirenes, fucking hel,’ schreeuwt de andere man. ‘Wegwezen.’
‘Wacht!’ en hij buigt met zijn hoofd naar het gat.
‘Ik ga niet brommen voor deze puinhoop. Ik ben weg.’ De sirenes zwellen aan.
‘Kut,’ zegt de man en trekt zijn arm terug. Snelle voetstappen verwijderen zich de kamer uit en het licht verdwijnt. Langzaam laat Celeste haar adem ontsnappen, terwijl ze gespitst luistert naar de geluiden, hoe het huis stil wordt en de sirenes arriveren, hoe de voordeur wordt opengebroken en harde stemmen het gevoel van veiligheid terugbrengen.
‘Blijf hier. Ik kom je zo halen.’
‘Mama, ga niet.’ Julia grijpt de arm van Celeste.
‘Ik ben zo terug, liefje,’ en Celeste kruipt uit het gat. Op haar tenen sluipt ze naar de overloop waar ze zicht heeft op de voordeur die wagenwijd openstaat. Politieagenten stromen het huis in. Celeste daalt de trap af en loopt achter een agent aan de kamer in.
In de drukke woonkamer valt Celeste oog op de grote plas bloed op de plavuizen waar de agenten omheen staan. Celestes adem stokt als een agent hurkt en Celeste vol zicht heeft op de met bloed doordrenkte roze nachtjapon van Julia, haar rode haren nat van het bloed, haar ogen levenloos gefixeerd.
‘Nee,’ krijst Celeste verward en dringt door de menigte waar ze zich huilend op haar dochter stort. Ontroostbaar schokken Celestes schouders, haar wang rustend op Julia’s stille borstkas. Minuten gaan voorbij tot Celeste zich realiseert dat niemand haar opmerkt. Abrupt schiet ze overeind. En dan ziet ze zichzelf, twee meter verderop, lijkbleek en bewegingloos in een onnatuurlijke houding op de grond. Radeloos kijkt Celeste om zich heen, naar de agenten die wemelen in de woonkamer, naar de deuropening waar ze Julia ziet staan, haar armen wijd gespreid en fluisterend:
‘Rustig maar, mama. Het is voorbij.’
Sietske Scholten schreef tientallen korte verhalen die ze ShortThrills heeft genoemd. In maximaal 1000 woorden is het een compleet verhaal vol emotie, spanningsopbouw en een plotwending. ShortThrills staan op zichzelf en zijn geen uitgelichte scènes uit één van haar boeken.
©Sietske Scholten. Alle rechten voorbehouden.
We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden
Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.