Hoofdstuk 27: Verdrongen

Verbaasd kijkt Genevieve De Rooij haar aan. 
'Ik weet waar Emma en Benjamin zijn!' zegt Clara. 
'Laat mij eruit! Nu!'

Hoewel de politieauto nog steeds stapvoets rijdt, trekt Clara aan de deuropener van het portier. Ze springt uit de auto en rent tussen de geparkeerde hulpvoertuigen door in de richting van de poort van de boerderij.
Rechercheur Renkens, die samen met rechercheur Vos en mensen in uniform naast de poort in de bakstenen muur staat te overleggen, draait abrupt zijn hoofd in Clara’s richting als hij haar ziet rennen.
‘Jasmijn!’ roept hij en stapt naar voren om te verhinderen dat ze de tuin in kan rennen.
‘Ik weet waar ze zijn,’ zegt Clara, als ze voor hem tot stilstand komt.
Renkens legt zijn handen op haar schouders.
‘Rustig maar,’ maant hij haar tot kalmte. ‘We hebben echt alles al gecontroleerd.’
‘En het schuurtje helemaal achter in de tuin?’
Renkens knikt.
‘Geloof mij, voor ons blijft niets verborgen.’ Hij kijkt omhoog naar de lucht, waar kleine objecten vliegen. ‘Met infrarood kunnen deze drones door daken en muren heenkijken.’
‘Ook onder de grond?’
‘Zelfs onder de grond.’
‘Maar je kunt het niet zien als je het niet weet. Ik moet er naartoe.’
‘Nee, het is niet verstandig.’
Clara schudt zichzelf los en glipt langs hem heen.
‘Doe het niet, Jasmijn,’ roept hij haar na, terwijl hij wenkt naar de groep waar hij zojuist nog mee stond te overleggen. ‘Volg mij,’ gebaart hij naar hen.

Met het licht in haar rug van de grote bouwlampen van de politie, die de poort en de voorzijde van de boerderij verlichten in de snel afnemende schemering, rent Clara over het pad langs de boerderij de achtertuin in. Met grote passen passeert ze het bestrate deel waar ze altijd de was deed. Ze rent langs de waterput, waar ze meerdere keren per dag water haalde, naar het hek van de weide, dat fel verlicht is door bouwlampen. Ze vertraagt haar pas bij het zien van mensen die volledig gehuld in witte pakken uiterst voorzichtig de grond weghalen op de plek waar Jakob is begraven. Door alle gebeurtenissen in de afgelopen vierentwintig uur lijkt het een leven geleden dat ze Jakob in het witte laken wikkelde, waarna Oscar hem voorzichtig in het gegraven gat legde, hem met aarde toedekte en de grasmat zorgvuldig terugplaatste, maar ze beseft dat het nog maar drie dagen geleden is. Een steek schiet vanuit haar hart naar haar baarmoeder als ze beseft dat de politie zijn lichaampje omhoog zal halen. Hoe zal hij eruitzien? Zal de grond hem hebben beschermd? Zou ze hem toch nog één keer vast kunnen houden, denkt ze verlangend. Al is het maar voor even.

Ze voelt een hand op haar schouder neerkomen en kijkt opzij. Het is rechercheur Renkens, die haar begripvol aankijkt.
‘Hier had ik je voor willen beschermen, Jasmijn. We weten nog niets zeker, maar de radarbeelden geven aan dat er iets kort geleden in de aarde is gestopt. Het spijt me dat je er zo achter moet komen. Pas als we met zekerheid kunnen vaststellen dat het om Emma en Benjamin gaat, wilde ik het je vertellen.’
‘Nee.’ Clara schudt wild haar hoofd. ‘Het is Jakob. We hebben hem op die plek begraven. Een paar dagen geleden.’
Een kort moment is rechercheur Renkens van zijn apropos gebracht. Ze ziet hoe hij zijn wenkbrauwen vragend fronst.
‘Het gaat niet om één lichaam, Jasmijn.’
Het voelt alsof haar keel wordt dichtgedrukt en beelden die ze niet wil zien, schieten vliegensvlug door haar hoofd. Zou Oscar Emma en Benjamin vannacht hebben omgebracht en het graf van Jakob hebben geopend om ze daarin te verstoppen? Ze drukt haar oogleden stijf dicht en werpt de gedachte van zich af. Nee, het is niet waar, denkt ze, terwijl de tranen zich opdringen achter haar gesloten oogleden. Emma en Benjamin leven. Ze merkt dat ze haar vuisten heeft gebald en haar ademhaling omhoog is gekropen. In korte stoten komt de lucht haar neus uit. Ze mag de hoop niet opgeven.
Ze opent haar ogen en zet het opnieuw op een rennen. Langs de stal en de moestuin, over het smalle pad waar het gecultiveerde deel van de tuin eindigt en de woekering begint. Het donker van de avond heeft zich uitgestrekt en het licht van de bouwlampen op de weide heeft moeite om tussen de bladeren van de bomen en struiken door dit dichtbegroeide deel van de tuin te bereiken. Langs de metershoge muur van onkruid zoekt Clara naar het bijna onzichtbare pad tussen de takken van de Japanse duizendknoop. In het weinige licht ziet ze de vertrapte stengels op de grond en ze verdwijnt tussen het onkruid, op de voet gevolgd door Renkens en zijn gevolg. 
Het kleefkruid grijpt zich vast aan haar kleding en haren, terwijl ze door de nauwe doorgang gaat. Ze kan niet onderscheiden of het kippenvel dat zich verspreidt over haar huid wordt veroorzaakt door de optrekkende kou nu de zon is verdwenen of door het onbestemde gevoel van de ontelbare verdrongen herinneringen die langzaam naar de oppervlakte van haar bewustzijn drijven. 

De bladeren van het hoge onkruid verhinderen ieder spoor van licht om binnen te dringen in deze donkere uithoek van de tuin. Clara ziet geen hand voor ogen. Ze strekt haar armen voor zich uit als voelsprieten. Met haar beschoeide voeten tast ze de ondergrond af om op het platgelopen smalle pad te blijven dat de weg wijst naar het vervallen schuurtje. Haar zintuigen staan op scherp. Haar oren zijn gespitst om ieder geluid op te vangen dat uit het schuurtje komt, maar het enige dat ze hoort zijn de geluiden van bewegende bladeren langs kleding en brekende takken onder de schoenzolen van de mensen die haar volgen.

Eindelijk raken Clara's vingertoppen het hout van de schuur. Ze laat haar vingers glijden langs de muur die deels door de natuur is opgeëist door woekerend onkruid dat zich heeft gehecht aan de planken en omhoog is gekropen. In het donker vindt ze de deur, die half openstaat. Haar hart klopt in haar keel. Dit is de plek die ze het liefst zou verdringen tot ver in de diepste krochten van haar wezen. Waarvan ze zou willen dat het zou ophouden te bestaan als ze er niet meer aan zou denken. Nooit meer. De pijn die hier hangt is dikker dan de lucht die ze inademt. Zwaarder dan elk voorwerp dat ze zich kan bedenken. Het drukt op haar. Het maakt haar klein, kwetsbaar en onnoemelijk bang. De scharnieren piepen als ze de deur verder opent. Ze hoort haar eigen voetstappen als ze over de krakende vloerplanken het schuurtje binnen gaat. De geur van vocht en schimmel kruipt via haar neus haar lichaam in en laat het dunne oppervlak rimpelen dat haar bewustzijn scheidt van haar onderbewustzijn. De angst tintelt door haar lichaam en haar maag verkrampt. De misselijkheid wringt zich via haar slokdarm een weg omhoog. Ze klemt haar lippen op elkaar en slikt. Niet nu. Ze moet doorgaan. Niet opgeven, zegt ze tegen zichzelf.
Ze negeert de misselijkheid en bukt. Ze zet haar knieën op de vloerplanken en met haar handen voelt ze over de naden van de planken, terwijl de stilte achter haar neerdaalt. De geluiden van de mensen in de deuropening verstomt en de spanning stijgt. Een bundel licht valt over haar heen en beweegt zich over grond. Clara knippert een paar keer om haar ogen te laten wennen aan het licht, maar dan ziet ze de richel tussen de planken. Ze duwt haar vingers ertussen en tilt de plank op. Ze schuift hem van zijn plek en legt hem iets verderop naast de muur. De tweede plank haalt ze omhoog. Vervolgens de derde. Om haar heen voelt ze de aanwezigheid van de anderen die met ingehouden adem wachten op wat Clara ontbloot. Met iedere plank die ze weghaalt wordt het zicht vergroot op het verroeste luik dat zich bevindt onder het vervallen schuurtje in het overwoekerde deel van de tuin van Oscars boerderij.

Praat mee over dit hoofdstuk

In de Facebookgroep van ZIJ WAS CLARA kun je met andere lezers sparren over het verhaal, de personages bespreken en de spanning gezamelijk beleven. Deel je gedachtes en leef met elkaar mee. Het is een unieke ervaring om met z'n allen tegelijk op deze manier een boek te lezen.

 

Alle thrillers van Sietske Scholten zijn op deze manier ontstaan. Bij ieder boek liet ze de lezers over haar schouders meelezen, terwijl zij het boek schreef. De reacties van lezers maakt het schrijven voor haar nog leuker.

©Sietske Scholten. Alle rechten voorbehouden.

We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden

Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.