Hoofdstuk 4: Val

Zacht aait ze over de stof waar ze Jakob zo graag in zag. 
Een paar dagen geleden rende hij nog in deze kleding door de tuin. 

Loom neemt Benjamin af en toe een slok. Zijn zuigkracht is afgenomen nu zijn buik is gevuld. In de stilte die is neergedaald in de achterkamer vecht Clara tegen de constante gedachte aan Jakobs dood die, zonder de afleiding van Benjamin en Victor, als een komeetregen op haar af wordt gevuurd. Zolang ze stilzit, kan ze nergens schuilen. 
Victor heeft zijn hoofd van vermoeidheid op de grond neergelegd. Met zijn buik ligt hij op de houten vloer en hij wrijft in zijn oogjes. Zijn pyjamabroek is op verschillende plekken nat. Het meisje heeft de luiers niet verschoond in Clara’s afwezigheid. Clara slaat de doek die om Benjamin gewikkeld zit, open. Langs de randen van zijn doorweekte luier plakt zijn ontlasting tegen zijn mollige beentjes. De weeïge geur walmt haar neus in. Ze slaat de doek terug. Met haar pink verbreekt ze het vacuüm, haalt Benjamin van haar borst en legt hem in de draagwieg op de tafel. Zou het meisje in de voorkamer zijn blijven zitten, nadat ze de tussendeuren dichtschoof, vraagt Clara zich af als ze naar boven loopt. Oscar had ze via de trap en de keuken naar buiten horen gaan, maar de vloer in de voorkamer had ze niet horen kraken in het kwartier dat Benjamin had gedronken.

Boven uit de kast pakt Clara twee flanellen luiers en twee washandjes. Ze trekt de kledinglade open en legt haar hand op Jakobs kleding. Veel heeft hij niet. Zijn stapel is het laagst. De kledingstukken waar Jakob is uitgegroeid zijn nu van Victor. Zacht aait ze over de stof waar ze Jakob zo graag in zag. Een paar dagen geleden rende hij nog in deze kleding door de tuin. Nu zullen de kleren ongedragen in de kast blijven liggen tot Victor groot genoeg is. Bevatten kan ze het nog steeds niet. Het is te abrupt. De kloof die de wereld van gisteren met die van vandaag scheidt. Ze is als een vreemdeling die dolend rondloopt in haar eigen leven. Ze schudt de gedachte van zich af en pakt een setje kleding voor Victor en één voor Benjamin voor ze naar beneden loopt.

Als Clara de laatste trede neemt van de trap en terug de achterkamer in wil gaan, schrikt ze als ze het meisje ziet staan. Als een bijna onzichtbare schim staat ze roerloos in het midden van de gang. Een onbestemd gevoel knaagt zich een weg omhoog in Clara’s binnenste. Ze wil dit niet voelen. Ze zou willen dat het meisje vertrok. Ze werkt haar op haar zenuwen. 
'Kan ik u ergens meehelpen?' fluistert het meisje. 
'Haal maar wat water,' zegt Clara. 
Door verwoestende afgelopen uren zijn al haar routines weggevallen. De grote ketel heeft ze vanmorgen niet gevuld en op de kachel gezet. Er is geen warm water om de kinderen mee te verschonen. Ze loopt de achterkamer in, pakt de kan van het dressoir en schrikt opnieuw als ze zich omdraait en het meisje opeens vlak achter haar staat. 
'Hier,' zegt Clara en ze steekt de kan naar voren. 
Met een kleine magere hand neemt het meisje weifelend de kan van Clara over. Ze kijkt onzeker om zich heen voor ze zich omdraait. Het meisje zou zeker vijf centimeter langer zijn als ze rechtop zou lopen, denkt Clara, terwijl ze haar nakijkt als ze de kamer uitloopt. Clara stapt naar de tafel om de kleding, de luiers en de washandjes op tafel te leggen, maar nog voor ze de tafel bereikt, staat het meisje alweer in de kamer. 
'Waar kan ik water halen?' vraagt ze zacht. 
'Je ziet de put zodra je naar buiten loopt,' zegt Clara met een zucht. Met moeite kan ze zichzelf staande houden. Ze heeft geen energie om het meisje bij iedere handeling te moeten begeleiden. 
'Ik weet niet…,' fluistert het meisje aarzelend. 
Clara laat haar schouders zakken. 
'Ik loop wel met je mee.'

Met het meisje met de kan in haar hand in haar kielzog loopt Clara over het pad naar de waterput waar ze het touw vastpakt en de hangende emmer boven de put laat vieren. Het ploffende geluid van een schep aarde dat een meter of dertig verderop in de kleine weide neerploft, trekt haar aandacht. De groene grasvlakte waarop de geit en de koe staan te grazen, wordt onderbroken door een gat waar Oscar tot zijn middel in staat. Hij buigt, steekt met kracht de spade in de grond en werpt de overtollige aarde naar de zijkant waar een berg is ontstaan door de grondverplaatsing. 
Clara’s haren in haar nek springen overeind en het kippenvel verspreidt zich als een golf over haar hele huid. Ze laat het touw los en de emmer valt met een plons op het wateroppervlak in de put, terwijl ze naar het hek holt. Ze stapt op de onderste horizontale plank en klimt over de tweede plank. Met haar blote voeten springt ze het grasveld op. 
'Waar is Jakob? Wat heb je met hem gedaan?' roept ze al rennend naar Oscar. Hij staakt zijn beweging en kijkt nors op. 
'Sla niet zo’n toon tegen mij aan.' 
Voor het gat komt Clara tot stilstand. 
'Is dit voor Jakob?' 
'Ja.' 
'Maar dat wil ik niet.' De gedachte aan haar zoontje weggestopt onder een dikke laag aarde in de tuin is ondraaglijk. 
'Wat had je dan gedacht?' 
Clara wordt stil. Ze had nog niets bedacht. Zijn dood is nog maar amper tot haar doorgedrongen. Een paar uur geleden leefde Jakob nog. Zoekend kijkt ze om zich heen of ze hem ergens in het gras ziet liggen. 
'Waar is hij nu?' 
'Hij ligt in de stal op het hooi,' zegt Oscar met een knikje in de richting van de stal. 
Zo vlug ze kan draait Clara zich om en rent terug over het gras naar het hek. Ze klimt eroverheen en sprint langs de waterput waar het meisje de kan vult met water uit de emmer en haar schichtig aankijkt, maar waar Clara geen oog voor heeft. Ze holt door, over het pad, naar de staldeur die op een kier staat. Haar hart bonst in haar keel. Ze vertraagt haar beweging en opent de staldeur. 
Het is muisstil in de donkere stal. Langzaam passen Clara’s ogen zich aan als ze verder naar binnen loopt. Ze slikt. Verfomfaaid ligt er een wit laken op het hooi. Daar ligt hij, afgedekt. Nu ze hem een paar uur niet heeft gezien, maakt de gedachte aan Jakobs aanblik haar bang. Hoe ziet hij eruit? 
Voetje voor voetje loopt ze naar het hooi. Met trillende handen vouwt ze het laken open tot Jakob uitgepakt en bloot voor haar ligt. Het voelt alsof de grond onder haar voeten verdwijnt en ze een metersdiepe val maakt. Dieper en dieper daalt het besef in. Jakob is echt dood. De kleur is weg, het leven is eruit, maar hij heeft nog steeds zijn kleine dopneusje, de moedervlek op zijn bovenlip, het litteken boven zijn wenkbrauw van de val tegen de salontafel een jaar geleden en zijn zachte blonde haartjes. Hoe kan ze hem in de aarde stoppen? Ze wil hem hier. Bij haar. Ze wil ieder moment naar hem kunnen kijken. Ze strijkt met de achterkant van haar vingers langs zijn wang. 
'Clara?' hoort ze Oscar opeens achter zich. 'Het is tijd.' 
Zijn stem klinkt warmer. De toon waarnaar ze altijd verlangt en die ze koestert als ze hem hoort. De toon waar ze zich omheen vormt, zodat hij zo lang mogelijk blijft. Alleen dit keer kan ze er niet in meegaan. Zelfs als het een woede-uitbarsting zal veroorzaken. 
'Nee,' zegt ze zacht, maar duidelijk. 
Met haar rug staat ze naar Oscar toe. Het is Jakobs gezichtje waar ze naar kijkt. Als dit haar laatste moment met hem is, wil ze ieder detail opzuigen en voor eeuwig opslaan in haar herinnering, zodat ze nooit zal vergeten hoe hij eruitzag. Hoe kan ze hem teruggeven aan de aarde? Het is te kort. Te snel. Ze wil hem kunnen zien en aanraken. Hij mag nog niet gaan. Nog niet. 
'Het moet.' 
Tot haar verbazing heeft haar tegenspraak Oscar nog niet bekoeld. Het klinkt alsof hij worstelt met de zware taak die hen te doen staat. Zal hij, diep vanbinnen, dezelfde pijn als zij voelen? Jakob loslaten is het moeilijkste wat ze ooit heeft gedaan. 
'Niet zo,' snikt ze en ze kijkt naar zijn blote lijfje. Ze kan de kleding eigenlijk niet missen, maar Jakob verdient het om verzorgd op zijn definitieve rustplek te worden neergelegd. Ze kijkt over haar schouder naar Oscar. 
'Laat mij hem dan in ieder geval zijn kleertjes aantrekken.' 
'Het gat moet dicht, Clara.' 
'Ik doe het snel,' zegt ze smekend.

Praat mee over dit hoofdstuk

In de Facebookgroep van ZIJ WAS CLARA kun je met andere lezers sparren over het verhaal, de personages bespreken en de spanning gezamelijk beleven. Deel je gedachtes en leef met elkaar mee. Het is een unieke ervaring om met z'n allen tegelijk op deze manier een boek te lezen.

 

Alle thrillers van Sietske Scholten zijn op deze manier ontstaan. Bij ieder boek liet ze de lezers over haar schouders meelezen, terwijl zij het boek schreef. De reacties van lezers maakt het schrijven voor haar nog leuker.

©Sietske Scholten. Alle rechten voorbehouden.

We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden

Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.