Hoofdstuk 12: Sluier

Als miljarden losse korrels zou ze niet 
de sporen hoeven voelen die Oscar heeft achtergelaten 
toen hij zich haar lichaam toe-eigende. 

De kracht in Oscars hand die Clara’s arm omringt, neemt toe alsof hij haar bot fijn wil knijpen. De pijn straalt uit naar haar schouder en onderarm, maar ze verroert geen vin. Dit keer zal ze blijven strijden tot ze hem ervan heeft overtuigd om hulp te halen. Ze mag Victor niet verliezen. 
Oscar gromt. 
Ze houdt zijn blik vast en voor een kort moment lijkt het alsof hij toe wil geven. Hij opent zijn mond, maar dan geeft hij haar een duw en met een smak belandt ze midden in haar eigen braaksel tussen de stengels van de duizendknoop. Hij schudt zijn hoofd voor hij zich met gebalde vuisten omdraait en wegbeent in de richting van de nauwe doorgang langs het hek.
‘Oscar!’ roept ze hem na als hij tussen het onkruid verdwijnt. ‘Hij is doodziek.’ 
Clara krabbelt overeind. Wat moet ze doen om tot hem door te dringen? Victor is niet alleen haar kind. Het is ook de zijne. Kan het hem dan werkelijk niets schelen? Het is zijn zoon. Ze slaat de viezigheid van haar jurk en kijkt op naar de vervallen schuur waar ze het meisje half verscholen in de deuropening naar haar ziet kijken. Het meisje houdt haar armen tegen zich aan om zichzelf klein te maken. Ze lijkt wel van glas, zo breekbaar als ze eruitziet. 
Clara loopt op het meisje af en in tegenstelling tot het emotieloze gezicht van zojuist, glanzen nu de ogen van het meisje door de opwellende tranen. Clara opent haar armen. 
‘Meisje toch.’ Ze legt haar handen op de schouders van het meisje en trekt haar naar zich toe. Losjes legt ze haar armen om haar heen, terwijl het meisje haar hoofd tegen Clara’s schouder legt. Ze trilt als een rietje, voelt Clara en ze weet als geen ander hoe het is om terug te keren na Oscars kaalslag. Hoe graag ze op zo’n moment als stuifzand uit elkaar zou willen vallen om meegenomen te worden door de wind. Als miljarden losse korrels zou ze niet de sporen hoeven voelen die Oscar heeft achtergelaten toen hij zich haar lichaam toe-eigende. Maar dat gaat niet, denkt Clara en er schiet een steek door haar hart. Ooit was zij dit meisje. Of misschien is ze het nog steeds. Net zo breekbaar, net zo kwetsbaar en net zo beschadigd. Al die tijd heeft ze het niet willen zien. Ze wilde het vergeten. Zo hard geloven dat dit is zoals het hoort te zijn, zodat ze ermee kon leven. Ze is vergeten dat ze verlangt naar iets waar ze alleen nog de echo van kan horen, maar de vage herinnering wordt scherper. De reflectie van haarzelf in de ogen van het meisje trekt aan de sluier van vergetelheid. 
In haar armen begint het meisje langzaam te ontspannen. Zacht begint ze te snikken, terwijl Clara over haar rug aait. 
‘Ik weet het, lieverd. Bij mij ben je veilig.’ 
‘Ik wil naar huis,’ huilt het meisje stilletjes tegen Clara’s hals. ‘Ik ben zo bang.’ 
‘Het spijt mij zo. Ik had het geld nooit in je schort moeten steken. Als ik had geweten dat hij…’ 
Clara zwijgt en beschaamd buigt het meisje haar hoofd. 
‘Blijf vanaf nu bij mij,’ zegt Clara doortastend. ‘Zorg dat je niet meer met hem alleen bent.’ 
Clara kijkt achterom. Hoewel ze het huis niet kan zien door het hoge onkruid, voelt ze de onzichtbare navelstreng die haar met Victor verbindt, trekken. Ze moet terug naar de bedstee.
Ze laat het meisje los. 
‘Ik moet terug.’ 
‘Laat mij niet alleen,’ smeekt het meisje vanuit de deuropening van de schuur naar Clara. 
‘Victor heeft hoge koorts. Als je meegaat, kan ik je hulp goed gebruiken.’ 
‘Ik durf niet.’ 
‘Ik beloof je dat ik er alles aan zal doen om je te beschermen tegen Oscar. Victor heeft ons nu nodig. Jou ook. We moeten zorgen dat de koorts zakt.’ 
De oogopslag van het meisje verandert. Ze recht haar rug en knikt. Uit de schaduw in de deuropening van de vervallen schuur stapt ze naar buiten, het zonlicht in. 
Clara glimlacht en reikt haar de hand. Met z’n tweeën staan ze sterker tegenover Oscar. Vanaf nu zijn ze samen, denkt Clara met een gevoel van opluchting als het meisje haar hand op die van Clara legt. 
Samen stappen ze het platgetrapte paadje op dat leidt naar de nauwe opening om de andere zijde van de tuin te bereiken. 
‘Mijn naam is eigenlijk Emma,’ fluistert het meisje, terwijl ze tussen de bladeren doorlopen. 
‘Wat zeg je?’ 
‘Ik heet Emma,’ herhaalt ze iets harder dan net. 
‘Emma?’ zegt Clara verbaasd. ‘Je vertelde gisteren dat je Clara heet.’ 
‘Volgens Oscar heet ik Clara,’ spreekt ze gedempt uit angst dat Oscar het kan horen. ‘Mijn eigen naam mag ik van hem nooit meer uitspreken.’

Praat mee over dit hoofdstuk

In de Facebookgroep van ZIJ WAS CLARA kun je met andere lezers sparren over het verhaal, de personages bespreken en de spanning gezamelijk beleven. Deel je gedachtes en leef met elkaar mee. Het is een unieke ervaring om met z'n allen tegelijk op deze manier een boek te lezen.

 

Alle thrillers van Sietske Scholten zijn op deze manier ontstaan. Bij ieder boek liet ze de lezers over haar schouders meelezen, terwijl zij het boek schreef. De reacties van lezers maakt het schrijven voor haar nog leuker.

©Sietske Scholten. Alle rechten voorbehouden.

We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden

Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.