Hoofdstuk 3: Onkruid

Had ze het drie jaar geleden 
over zich afgeroepen toen haar buik 
voor de eerste keer begon op te bollen? 

De tranen rollen over Clara's wangen. Wat had ze kunnen doen om Jacobs leven te sparen, vraagt ze zich af. In foetushouding ligt ze met haar rug naar de luiken van de bedstee. Ze haalt het kussen onder haar hoofd vandaan en drukt het tegen haar gezicht. Met kracht knijpt ze in het dons om de harde kreet te smoren die ze slaakt. 
Voor haar ogen verschijnt zijn gespikkelde huidje en opnieuw ruikt ze zijn koortsgeur. Ze herinnert zich de warmte van zijn lijfje. Had ze het niet goed gedaan? Met lange gierende uithalen huilt ze in het kussen. Was het haar schuld? Had Jakob nog geleefd als ze hem niet had ondergedompeld in de waterton? 
Ze tilt haar hoofd op uit het kussen en hapt naar adem. Was de plotselinge kou een te grote schok geweest voor zijn oververhitte lijfje? Of had de dood hem al meegenomen toen zij met hem in haar armen naar Oscar zocht? Had ze maar hulp gehad. Iemand die wist wat te doen bij hoge koorts. Had Jakob dan nog geleefd? Of was zijn dood onoverkomelijk? De gedachte durft ze nauwelijks toe te laten, bang als ze is voor het antwoord. Had ze het drie jaar geleden over zich afgeroepen toen haar buik voor de eerste keer begon op te bollen? Ze had gehoopt dat ze het had gecompenseerd met de liefde die ze Jakob gaf. Dat haar goede zorgen haar zonden hadden weggenomen. Uit angst had ze de periode voor zijn geboorte verdrongen, maar nu Jakob dood is, komt het als een boemerang bij haar terug. Ze had hem dood gewenst. Ze wilde hem toen niet. Ze verafschuwde de vrucht die als onkruid woekerde in haar schoot en zijn wortels plantte in haar binnenste. Centimeter voor centimeter nam hij meer beslag op haar en ze was ervan overtuigd geweest dat ze zou sterven tijdens de baring. Verzwolgen door het monster dat in haar groeide. Ze wist zeker dat haar laatste uur had geslagen toen de bevallingskrampen in alle hevigheid toenamen. Een afschuwelijke pijn, erger dan ze ooit had ervaren, bezette haar hele lichaam. Maar de gevoelens van afkeer werden vervangen door schuld vanaf het moment dat ze Jakob voor het eerst zag. Dit was haar kind. Haar eigen vlees en bloed. Jacobs komst veranderde alles en voor geen goud wilde ze hem meer kwijt. Waren het haar verwensingen tijdens de zwangerschap geweest die hem uiteindelijk toch bij haar weg hebben gehaald? Ze rilt bij de gedachte. Wat haat ze zichzelf. Jakob kan er toch niets aan doen? Niet aan zijn geboorte, niet aan zijn dood. Had haar meegenomen in plaats van hem, huilt ze. Hij is onschuldig. 
Clara duwt het kussen opnieuw op haar gezicht en schreeuwt met al haar kracht de onmacht eruit, maar sluit van schrik haar mond als ze zware voetstappen de trap op hoort komen. In stilte luistert ze met gespitste oren naar de voetstappen. Waar gaan ze heen? Haar hoofd voelt dof en er drukt een kloppende hoofdpijn tegen haar schedel. Haar ogen prikken. Haar oogleden voelen dik aan, net als haar bovenlip. Met de punt van het kussen droogt ze snel haar tranen en veegt het snot van haar gezicht. Gespannen blijft ze liggen, terwijl de slaapkamerdeur wordt geopend.
'Clara, ben je hier?' vraagt Oscar. 
'Ja,' antwoordt ze schor met dunne stem. 
De voetstappen komen dichterbij. 
Clara schiet overeind in de verduisterde bedstee zodra de luiken worden opengetrokken. Met haar ogenleden knippert ze tegen het felle licht. Oscars werkpak zit vol moddervlekken, ziet ze. Ze kantelt haar hoofd naar beneden en verplaatst haar blik naar Oscars gezicht. Door haar wimpers heen kijkt ze naar hem. Zou hij haar ook de schuld geven? De frons tussen zijn wenkbrauwen is diep. Dieper dan normaal. Er zit een veeg op zijn neus en op de bovenkant van zijn hoofd, op het kale gedeelte voordat de krans van korte haren begint, zit een donkere zweem. Is Oscar boos op haar, omdat Jakob dood is? Het is zijn zoon. Wat moet ze doen om ervoor te zorgen dat zijn boosheid afzwakt voor hij uitbarst in razernij? 
'Dat je hulp krijgt, betekent niet dat je mag gaan liggen luieren.' 
'Alsjeblieft,' zegt Clara, 'ik kan nu niet...' 
In een vlugge beweging buigt Oscar naar voren. Met zijn hand die zwart ziet van de aarde reikt hij naar haar. 
Uit reflex wijkt Clara naar achteren en stoot haar hoofd tegen het schuine dak. 
'Eruit,' blaft hij, terwijl hij haar bovenarm vastpakt en hij sleept haar naar voren. 
'Ik kom al,' haast ze zich te zeggen. 
In zijn beweging kruipt ze mee over het matras naar het schot en ze klimt de bedstee uit. Oscar laat haar los en een zwarte handafdruk blijft achter op haar witte mouw. Ze holt de kamer uit. 
Pas op de trap kijkt ze om. Oscar volgt haar niet. Ze ontspant een fractie en maant zichzelf om rustig de trap af te lopen. Ze merkt hoe strakgespannen haar borsten zijn door de overgeslagen voeding van Benjamin. Hij zal uitgehongerd zijn, denkt ze om zichzelf te bedaren. Ze volgt Victors gebrabbel dat klinkt vanuit de openstaande deur van de voorkamer. Ze loopt de gang door en blijft in de deuropening staan als ze het meisje ziet zitten met Benjamin, half rechtop, in haar armen. Victor zit naast haar op de grond en speelt met de blokken. Beheerst brengt het meisje een theelepeltje naar Benjamins mondje waar hij gretig op begint te sabbelen. Een druppel melk rolt van zijn mondje naar zijn kin. 
Hoewel Clara verheugd is om te zien dat beide kinderen tevreden zijn, trekt er een gemene steek door haar buik. Niemand behalve zijzelf zorgt voor haar kinderen. Geen andere handen dan die van haar en Oscar houden hen vast. Ze had verwacht dat ze in haar afwezigheid net zo overstuur als vannacht zouden zijn, maar ze hadden zich blijkbaar prima zonder haar vermaakt en die gedachte doet Clara pijn. Ze is Jakob al kwijt. Deze twee wil ze niet ook nog verliezen. Zij is hun moeder. Ze horen bij haar. 
Het meisje dept de overtollige melk zachtjes weg en draait zich terug naar het kopje op het tafeltje om het theelepeltje opnieuw in de melk te dopen als ze geschrokken de blik van Clara vangt. 
'Wat is dat voor melk?' vraagt Clara streng. 
Het meisje werpt vlug haar blik op de grond. 
'Van de geit,' fluistert het meisje bijna onhoorbaar. 
Clara stapt op haar af en trekt Benjamin, die gelijk begint te huilen, uit haar armen. 
'Hij krijgt alleen mijn melk,' zegt Clara, terwijl ze met één hand de glas-in-looddeuren openschuift. 'Kom maar met mama mee, Victor.' 
Victors oogjes lichten op als reactie op haar verzoek. Op handen en knieën kruipt hij vliegensvlug achter haar aan, van de voorkamer naar de achterkamer. 
Voor Clara de tussendeuren sluit, ziet ze het meisje stil en ineengedoken op de stoel zitten. Wat doet ze hier eigenlijk, vraagt Clara zich af. Hoe kon Oscar vanmorgen zo snel een dienstbode regelen? Had hij haar al gevraagd? Was ze al onderweg? Was hij al langer van plan om er één aan te nemen? Maar waarom? Zij deed toch keurig alle taken die hij haar had opgedragen. Deed ze het niet goed genoeg? Onzeker neemt ze plaats aan de eettafel waar ze haar borst ontbloot en de driftig zoekende Benjamin haar tepel geeft om zijn honger te stillen met haar eigen melk.

Praat mee over dit hoofdstuk

In de Facebookgroep van ZIJ WAS CLARA kun je met andere lezers sparren over het verhaal, de personages bespreken en de spanning gezamelijk beleven. Deel je gedachtes en leef met elkaar mee. Het is een unieke ervaring om met z'n allen tegelijk op deze manier een boek te lezen.

 

Alle thrillers van Sietske Scholten zijn op deze manier ontstaan. Bij ieder boek liet ze de lezers over haar schouders meelezen, terwijl zij het boek schreef. De reacties van lezers maakt het schrijven voor haar nog leuker.

©Sietske Scholten. Alle rechten voorbehouden.

We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden

Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.