‘We zijn er bijna,’ zegt rechercheur Renkens als ze twintig minuten later door een klein dorpje rijden.
Clara kijkt naar het vlaggetje dat is verschenen op het beeldscherm naast het stuur. Nadat ze de boerderij op het apparaat van rechercheur Vos had gezien, was het beeldscherm voorin de auto haar opgevallen. Terwijl de Audi zich verplaatste in deze onbekende wereld, volgde Clara de bewegende stip die meebewoog met de afslagen die de auto nam. Ze vergeleek de afbeelding op het scherm met de omgeving die ze door de ramen van de Audi langs zich voorbij zag komen en stelde zich voor dat ze een vogel was. Net zoals ze had gedaan bij de foto van het erf van de boerderij op het apparaat van Vos. Ze concludeerde dat het scherm voorin de auto een kaart was, zoals ze die in getekende versies in sommige kinderboeken op de boerderij had gezien. Het wees hen de weg.
‘Volgens de navigatie zijn we er bijna,’ zegt Renkens. ‘Herken je iets, Jasmijn?’
Clara kijkt de straat in van het dorpje waar ze rijden en schudt haar hoofd.
‘Zoals ik al zei tijdens het lange gesprek in het ziekenhuis, ben ik de boerderij nooit af geweest.'
'Nooit?' zegt mevrouw De Rooij, die verschrikt haar hoofd draait naar Clara, maar tegelijkertijd haar lippen op elkaar perst om zich in te houden geen verdere vragen te stellen.
'Gisteravond voor het eerst,’ zegt Clara. ‘Het erf is helemaal omsloten. Ik heb geen idee of de boerderij zich vlak bij een dorp bevindt. Ik heb er in ieder geval nooit iets van gemerkt.’
Ze buigt haar hoofd dichter naar het raam. Haar neus raakt bijna het venster. Zou ze de kruinen van de bomen in deze straat hebben kunnen zien vanuit de hoogste boom in de tuin van de boerderij? Is ze al zo dichtbij? Zou ze op tijd zijn voor Benjamin en Emma? Ze wordt ongeduldig bij de gedachte dat ze bij hen in de buurt is. Kon ze de tijd maar sneller laten gaan. Sinds haar vertrek gisteravond is ze voornamelijk bezig geweest met Victor en de nieuwe wereld, maar nu ze zo dichtbij is, wordt het gemis van Benjamin ondraaglijk groot. Ze moet hem vasthouden. Zijn kleine lijfje tegen zich aanvoelen. Ze wil zijn geur opsnuiven. Hem aanleggen om hem te voeden. Wat zal hij een honger hebben na zoveel uren zonder haar.
Hard klinken de vreemde tonen, die Clara inmiddels vaker heeft gehoord, door de auto.
‘We zijn op twee kilometer afstand van Object C,’ zegt Vos tegen het apparaat dat ze weer tegen haar oor heeft gezet. 'Wat is de status?’
Rechercheur Renkens slaat linksaf de weg in, terwijl Vos humt tegen het apparaat.
Met haar blik gericht op het scherm voorin, waar Clara de vlag op de kaart dichterbij ziet komen, probeert ze ondertussen mee te luisteren met de woorden die uit het apparaat komen dat Vos tegen haar oor houdt. Hoezeer ze zich ook inspant, het geluid is zo zacht, dat Clara geen idee heeft wat er wordt gezegd. Op de kaart op het beeldscherm voorin ziet ze dat de weg waarop ze rijden ingesloten wordt door groen aan beide zijden. Ze kijkt op naar buiten, waar ze een muur van bomen ziet langs beide kanten van de weg. De bestrating is opgehouden. Het zandpad waar de Audi overheen rijdt, is een stuk ongelijkmatiger dan de klinkers waar ze zojuist nog op reden. Clara’s lichaam beweegt mee met de hobbels en bobbels waar de Audi overheen rijdt. Is dit het zandpad dat ze gisteravond had overgestoken tijdens haar vlucht door het bos, vraagt ze zich af.
‘Tim, stop,’ zegt Vos tegen Renkens. Ze wijst met haar vinger naar de zijkant van de weg.
Renkens draait zijn stuur in de richting van de berm, waar hij de auto met draaiende motor tot stilstand brengt.
‘Wacht even, ik praat Renkens even bij,’ zegt Vos tegen het apparaat. Ze haalt het van haar oor en wendt haar hoofd naar links. Ze matigt haar stemgeluid, alsof alleen Renkens het kan horen, maar zowel Clara als mevrouw De Rooij buigen zich naar voren om haar woorden op te vangen.
‘Ik krijg net door dat er op dit adres volgens de NAW-gegevens ene Oscar en Clara wonen,’ zegt Vos.
‘Bingo!’ roept Renkens.
‘Het adres is niet aangesloten bij de nutsvoorzieningen. Ook geen telefoonlijn. We worden verzocht ons terug te trekken, Tim. Oscar heeft geen mobiele telefoon op zijn naam staan. Er is wel een ANPR-hit op zijn kenteken geweest eerder vandaag, maar er is geen zicht op zijn bewegingen. Hij is moeilijk te tracken. We moeten terug. Uit het zicht. Het arrestatieteam is onderweg.’
‘Terug?’ vraagt Clara, die haar hartslag voelt versnellen, terwijl paniek zich door haar lijf verspreidt.
‘We willen niet dat Oscar erachter komt dat we hier zijn,’ zegt Vos.
‘Nee, we gaan niet terug,’ zegt Clara stellig. 'Ik wil naar mijn kind, voordat er iets gebeurt.'
‘Ik begrijp het. Maar we kunnen niet zomaar aanbellen. We hebben geen idee waar Oscar toe in staat is. Bij een onverwachte overmeestering hebben we de meeste kans om Benjamin en Emma veilig uit de situatie te halen. Dat moet gecoördineerd worden aangepakt.'
‘Ik wil nu niet weg. We zijn zo dichtbij.’
‘Zodra het arrestatieteam Oscar heeft opgepakt en Emma en Benjamin in veiligheid zijn, worden jullie herenigd,’ zegt Renkens, terwijl hij de Audi in zijn achteruit zet en gas geeft. De auto blijft onbewogen staan.
Renkens grijpt de hoofdsteun van Vos vast en geeft gas bij. De motor loeit, maar de auto blijft op dezelfde plek.
‘Shit,’ snauwt Renkens. Hij trekt zijn hand terug, zet de auto in zijn vooruit en geeft opnieuw een dot gas.
Benjamin is zo dichtbij, denkt Clara angstig. De tintelingen in haar lijf nemen toe. Ze kan hem hier niet achterlaten. Gehaast maar toch nauwkeurig kijkt ze naar de kaart op het beeldscherm voorin en neemt de route in zich op. Ze hoeft alleen de weg maar te volgen tot er een afslag komt naar links. Vanaf daar is het nog een klein stukje tot aan de boerderij. Het kan niet moeilijk zijn. Bedachtzaam schuift ze haar hand naar het gordelslot. Zo zacht en langzaam mogelijk drukt ze op de rode knop en laat geleidelijk de gordel oprollen. Schichtig werpt ze een blik naar Renkens, die het raam aan de bestuurderszijde naar beneden laat zakken en zijn hoofd eruit steekt, terwijl hij het gaspedaal indrukt. Het wiel spint in de kuil die het zelf creëert. Hoe meer gas Renkens geeft, hoe dieper het wiel zich ingraaft.
Hij heeft niets in de gaten, denkt Clara en zodra ze haar gordel achter zich heeft losgelaten, reikt ze met haar linkerhand ongemerkt naar de deuropener.
‘We zitten muurvast,’ zegt Renkens.
‘Moeten we duwen?’ vraagt mevrouw De Rooij, die zich verder naar voren buigt.
‘Ja, Tim,’ zegt Vos, 'als mevrouw De Rooij, Jasmijn en ik met z'n drieën duwen, krijgen we 'm er misschien uit.’
Op dat moment trekt Clara de deuropener naar zich toe en werpt het portier open.
Vliegensvlug springt ze uit de auto, rent met een grote bocht om de auto heen, over het zandpad in de richting van de boerderij. Zonder om te kijken blijft ze rennen, terwijl ze achter zich portieren hoort opengaan en de naam Jasmijn door drie verschillende stemmen luid door het bos schalt.
In de Facebookgroep van ZIJ WAS CLARA kun je met andere lezers sparren over het verhaal, de personages bespreken en de spanning gezamelijk beleven. Deel je gedachtes en leef met elkaar mee. Het is een unieke ervaring om met z'n allen tegelijk op deze manier een boek te lezen.
Alle thrillers van Sietske Scholten zijn op deze manier ontstaan. Bij ieder boek liet ze de lezers over haar schouders meelezen, terwijl zij het boek schreef. De reacties van lezers maakt het schrijven voor haar nog leuker.
©Sietske Scholten. Alle rechten voorbehouden.
We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden
Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.