Hoofdstuk 5: Aarde

Liggend op het laken in het hooi 
met zijn vredige witte gezichtje 
ziet hij eruit als een engel, denkt Clara. 

Voorzichtig trekt Clara Jakobs levenloze handje door de mouw van zijn wollen vestje. Lang voor de lente zich aandiende, met het getrappel van Benjamin in haar buik, had ze hem gebreid tijdens de lange winteravonden die ze doorbracht voor de opgestookte kachel. Het vestje was te groot geweest. Jakobs handen verdwenen in de mouwen toen ze de losse delen aan elkaar had gemaakt en hem de volgende dag bij Jakob had aangetrokken. De boordjes had ze om moeten slaan om ‘m passend te maken. Maar de tussenliggende maanden hadden Jakob laten groeien. Zijn ledematen werden langer en zijn molligheid verdween naarmate de dagen warmer werden. Jakob had de afgelopen maanden alle dagen doorgebracht in de grote tuin. Hij speelde met het water in zijn eigen teiltje terwijl Clara in de grote teil de was schrobde. Schaterend rende hij onder de grote vochtige witte lakens door die opbolden en neerdaalde als Clara ze uitspreidde over het gras om ze te bleken in de zon. Urenlang kon hij zich vermaken. Hij zwierf door de tuin die aan alle kanten was omsloten, zodat ze zeker wist dat hij niet weg kon lopen. Hij klom in de struiken, kroop onder de laaghangende takken van de treurwilg. Soms was hij uren uit haar zicht, maar ze hoefde hem maar te roepen of hij kwam hard hollend aangerend met zijn kleine beentjes. 
Nu reikt het uiteinde van zijn mouw niet meer tot zijn hand. Ze bedekken zijn pols, precies zoals het bedoeld is, alsof ze heeft geweten tijdens die winteravonden hoe lang Jakob zou worden. Maar ze was zich er niet van bewust geweest dat zijn dagen waren geteld. 
Ze legt zijn arm neer en trekt de twee stukken van het voorpand recht. Eén voor één sluit ze van beneden naar boven de knoopjes tot ze de laatste vastmaakt onder zijn kin. Hij mag het niet koud krijgen. 
Met de borstel kamt ze zijn haren. Teder strijkt ze de zachte borstelharen langs zijn voorhoofd, over zijn kruin en achter zijn oortjes. Zijn besokte voetjes duwt ze voorzichtig in zijn schoenen en ze strikt zijn veters. Dan zet ze een stap achteruit en kijkt naar Jakob. Liggend op het laken in het hooi met zijn vredige witte gezichtje ziet hij eruit als een engel, denkt Clara. 
Een bijna onhoorbare ademhaling bereikt haar oren en ze veert op bij de gedachte dat het een vergissing is geweest. Dat Jakob de afgelopen uren diep in slaap was. Dat zijn ademhaling zo oppervlakkig was geweest dat ze hem heeft verward met de dood. Maar de teleurstelling is groot als ze beseft dat het geluid achter haar vandaan komt. Ze draait zich om en ziet het meisje staan. Dit is het laatste moment dat ze met Jakob heeft. Wat komt ze doen, denkt Clara geërgerd. Haar aanwezigheid verstoort het ritueel. 
‘Zijn de luiers verschoond?’ zegt Clara vlak. 
Het meisje knikt en kijkt met grote verschrikte ogen naar Jakob. 
‘Is dat Jakob?’ fluistert het meisje geschrokken. ‘Is hij dood?’
Clara knikt verbaasd en ze merkt hoe haar ergernis wegvloeit. Ze had verwacht dat Oscar het meisje had ingelicht. Ze had aangenomen dat ze wist dat ze kwam helpen bij een gezin dat net een kindje heeft verloren. Had hij niets tegen haar gezegd? 
‘Hoe ken je zijn naam?’ vraagt ze aan het meisje. 
‘Meneer noemde zijn naam vanmorgen toen hij mij voorstelde aan u. Nu Jakob dood is, zei hij, maar ik wist niet dat het om een kind ging. Het spijt me.’ 
‘Jakob is mijn oudste zoon,’ legt Clara uit en ze draait haar hoofd terug naar Jakob. 
Geruisloos komt het meisje naast haar staan. Ze steekt haar hand een stukje naar voren, maar trekt hem plots terug. 
‘Neem mij niet kwalijk,’ stottert ze en ze herstelt zich. ‘Is er iets wat ik voor u kan doen?’ 
Als het meisje er is, kan ze haar net zo goed meehelpen, denkt Clara. Een paar extra handen zouden haar kunnen helpen om haar routines uit te kunnen blijven voeren tijdens de periode van rouw. 
‘Zou je mij kunnen helpen met de kinderen als we Jakob begraven?’ 

De schaduwen van de bomen hebben zich uitgestrekt over de tuin als Oscar, voor Clara uit, met Jakob over het grasveld loopt. Het witte laken dat Clara in de stal om Jakob heen heeft geslagen, steekt aan beide zijdes van Oscar een stukje uit. Aan de ene kant bedekt het laken zijn beentjes die over Oscars onderarm heen liggen, aan de andere kant zijn hoofd. Alleen de bovenkant is zichtbaar. Blonde haartjes steken boven het witte katoen uit en bewegen door de zachte aanraking van de septemberbries die met zijn lokken speelt. Het liefst had ze hem zelf gedragen. Het verlangen naar hem is onmetelijk sterk. Ze kijkt omlaag naar de kleine Benjamin die in haar armen ligt te sabbelen op zijn vingers. Geen kind kan een ander kind vervangen, beseft ze. Het is Jakob waar haar lichaam om schreeuwt. De honger naar Jakob verscheurt haar. Het verslindt haar met huid en haar. Oscar knielt en legt Jakob in het laken op het gras. Kort vangt hij haar blik voor hij in het gat springt. Een onbestemde blik die Clara niet kan plaatsen. Naast haar komt het meisje staan en Victor, die ze op haar heup draagt, doet een poging om zich los te maken uit haar armen. Met zijn ruggetje gekromd en zijn handjes naar beneden gericht, maakt hij haar duidelijk dat hij op de grond gezet wil worden. Als Victor zich vermaakt op het gras en het meisje de baby draagt, kan Clara naar Jakob, bedenkt ze zich. Clara knikt naar het meisje en draagt Benjamin aan haar over, zodra Victor op het gras zit.
‘Clara?’ zegt Oscar. 
Met zijn middel op hoogte van het maaiveld houdt hij zijn armen in de lucht om Jakob aan te kunnen pakken. 
Clara’s keel is gezwollen. Tranen drukken achter haar ogen als ze voor Jakob door haar knieën zakt. Zijn hoofdje neemt ze in haar handen en ze aait met haar duimen over zijn wangetjes, terwijl een dolksteek zich dwars door haar hart priemt. Een afschuwelijke pijn waaiert zich uit door haar hele lichaam. Ze moet zich beheersen. Als ze nu zichzelf verliest, maakt ze het alleen nog maar erger. 
‘Clara.’ Zijn stem klinkt dwingender. 
‘Dag liefje,’ spreekt ze, maar de woorden blijven steken in haar keel. Ze drukt een laatste kus op Jakobs voorhoofd voor ze het laken over zijn gezicht legt en het katoen stevig om zijn lijfje sluit. Geruisloos rollen de tranen over haar wangen als ze het bundeltje met Jakob erin aan hem overhandigt.
Op de bodem van het gat legt Oscar hem neer en klautert omhoog. De spade steekt hij in de berg en werpt de aarde met een boog in het gat. Met een plof landt het op het witte laken. Schep na schep werpt hij in het gat. 
In stilte kijkt Clara naar het wit dat steeds minder zichtbaar is door de zwarte aarde die meer wordt bij iedere schep die boven het gat wordt omgekieperd tot het laken volledig is verdwenen en de grond zich boven Jakob heeft gesloten.

Praat mee over dit hoofdstuk

In de Facebookgroep van ZIJ WAS CLARA kun je met andere lezers sparren over het verhaal, de personages bespreken en de spanning gezamelijk beleven. Deel je gedachtes en leef met elkaar mee. Het is een unieke ervaring om met z'n allen tegelijk op deze manier een boek te lezen.

 

Alle thrillers van Sietske Scholten zijn op deze manier ontstaan. Bij ieder boek liet ze de lezers over haar schouders meelezen, terwijl zij het boek schreef. De reacties van lezers maakt het schrijven voor haar nog leuker.

©Sietske Scholten. Alle rechten voorbehouden.

We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden

Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.