Oscars vingers banen zich een weg langs de rand van Clara’s onderbroek. Ze balt haar vuisten om zichzelf ervan te weerhouden zijn hand weg te slaan. Ze weet dat zijn boosheid zal ontvlammen als ze hem weert. De innerlijke strijd die ze voert om te ontsnappen, werkt als een omgekeerde magneet en duwt haar aandacht naar de plek waar hij haar betast. Iedere minuscule beweging van zijn vingertoppen op haar huid voelt ze. Clara knijpt haar ogen stijf dicht en in sneltreinvaart flitsen onsamenhangende beelden aan de binnenkant van haar oogleden aan haar voorbij. Te snel om de beelden afzonderlijk waar te nemen en toch raken ze haar als duizenden vlijmscherpe mespunten. De geur van aarde, zweet, paraffine en urine vermengd met de smaak van ijzer en zout wringt zich als een inktzwarte herinnering uit de piepkleine snijwonden van haar onderbewustzijn. Haar maag trekt zich samen en kokhalzend schiet ze overeind.
‘Wat heb jij?’ roept Oscar vol afschuw, terwijl hij zijn hand terugtrekt uit haar onderbroek.
‘Ik weet het niet,’ antwoordt ze zacht en een snik ontsnapt haar. Ze kan het niet, al weet ze dat het moet. Het verdriet om Jakob beukt als een stormram in op haar gevoel. Beteugelen lukt niet. Ze voelt alles. Hoe houdt ze dit vol? Haar schouders beginnen te schokken. Kort en onregelmatig haalt ze adem door haar neus, terwijl de controle over haar emoties als los zand uit haar vingers glipt.
‘Hij was zo warm, Oscar,’ zegt ze.
‘Het is gebeurd,’ zegt hij monotoon.
‘Als ik hem niet had geprobeerd te koelen, had hij misschien nog geleefd.’
‘Het doet er niet meer toe.’
Het doet er wel toe, denkt ze verward. Wel voor haar. Als ze anders had gehandeld, had ze zijn leven kunnen redden. Maar ze had geen idee. Ze deed wat ze dacht dat het beste was, maar hoe kon zij dat weten? Ze had Oscar gezocht. Hij had er misschien voor kunnen zorgen dat Jacobs leven werd gespaard. En als hij toch was gestorven, dan had Oscars aanwezigheid ervoor gezorgd dat haar schuldgevoel nu niet zo immens groot is.
Ze kan het niet langer inslikken. De woorden liggen als brandende kolen op haar tong. Al weet ze dat ze daarmee een grens oversteekt.
‘Waar was je vannacht?’ Ze houdt haar blik gericht op de muur tegenover het bed.
‘Hoezo?’ vraagt hij verbaasd.
Langzaam draait ze haar hoofd zijn kant op. Door haar wimpers zoekt ze voorzichtig zijn ogen.
‘Ik ben hier geweest,’ zegt ze. ‘Je was er niet.’
‘Ik had er niets aan kunnen veranderen.’
Nauwlettend houdt ze iedere verandering in zijn gezicht in de gaten.
‘Je had mij kunnen helpen. Dan was ik niet alleen geweest.’
Ze kent het gevaar. Ze weet hoe hij iedere vorm van zelfbeheersing verliest als het beest in hem het overneemt.
‘Waar was je?’ vraagt ze nogmaals.
‘Ik heb hier geen zin in, Clara. Je vraagt te veel. Je bent veranderd.’
‘Mijn kind is dood!’ roept ze uit en ze schrikt van haar eigen volume.
Oscars blik wordt donker.
Ze recht haar rug om te voorkomen dat ze inkrimpt van de angst die als waarschuwing door haar buik fladdert. Het enige wat ze beweegt zijn haar oogleden die in een reflex knipperen als Oscar onverwachts en ferm zijn arm uitstrekt.
‘Naar je kamer!’ sist hij met zijn vinger wijzend naar de deur.
‘Dat kan niet. Daar ligt het meisje al,’ zegt ze beheerst. Ze ziet zijn frons tussen zijn wenkbrauwen verdiepen. ‘Wie is zij überhaupt? Wat komt ze hier doen?’
‘Je bent ondankbaar.’
‘Ik heb haar niet nodig. Ze is een last. Laat haar gaan, Oscar.’
Oscar grijpt haar haren beet. Met een ruk trekt hij haar hoofd naar achteren en brengt zijn gezicht dichter bij de hare.
‘Jij bepaalt niets, hoor je.’
De strakgespannen haren trekken aan de haarwortels in haar hoofdhuid. Waar is ze mee bezig? Waarom kan ze niet net als anders lijdzaam haar lot ondergaan? Deze ongekende woede die haar besluipt, maakt haar opstandig.
‘Je houdt je mond en gehoorzaamt,’ zegt hij met opeengeklemde kaken.
‘Dat kan ik niet meer,’ spreekt ze zacht.
Strompelend sleept Clara zichzelf diep in de nacht over de overloop naar haar slaapkamerdeur. Alles doet pijn. Haar haren zitten door de war, haar lip is dik en haar linkeroog klopt in haar oogkas als een tweede hart. Zo stil mogelijk sluipt ze in het donker haar slaapkamer binnen. Haar vingers klemt ze om de rand van het uitgefreesde hart en ze trekt het luik van de bedstee open. Het meisje schiet overeind.
‘Blijf rustig liggen,’ fluistert Clara. ‘Ik wilde alleen kijken bij de kinderen.’
‘Alles gaat goed,’ zegt het meisje.
Tegelijk met de geruststelling dat de kinderen diep verzonken zijn in hun slaap, wordt Clara als door een golf overmand. Ze drukt haar vingers tegen haar lip om een snik tegen te houden, maar herinnert zich de wond aan de binnenkant van haar lip te laat. De pijn schiet door haar zenuwbanen en ze begint te huilen.
‘Wat is er?’ vraagt het meisje bezorgd.
‘Niets.’ Wat zal het meisje denken? Welk excuus kan Clara opvoeren voor haar gehavende uiterlijk? Ze strompelt naar de schommelstoel bij het raam. Langzaam laat ze zich zakken op het houten zitvlak dat pijnlijk tegen haar onderkant drukt. Achter haar is het meisje uit de bedstee geklommen.
‘U bloedt,’ zegt het meisje geschrokken als ze een lucifer ontbrandt en haar hoofd naar Clara draait, terwijl ze de vlam bij de kaars houdt. ‘Heeft meneer dit bij u gedaan?’
‘Laat mij maar,’ zucht Clara met haar gezicht naar het raam.
Het meisje blaast de lucifer uit en giet een scheutje water vanuit de kan in de kom. Uit de lade pakt ze een washand.
‘Ik zal voorzichtig zijn,’ zegt het meisje als ze voorovergebogen naast Clara komt staan. Zachtjes dept ze het natgemaakte washandje tegen Clara’s lip.
‘Auw.’
‘Het spijt me,’ verontschuldigt ze zich, terwijl ze het washandje opnieuw tegen de lip drukt.
Clara kijkt naar de spichtige armen die voor haar gezicht uit de wijde mouwen van de te grote nachtjapon steken, terwijl het meisje het bloed uit Clara’s mondhoek veegt.
‘Hoe heet je eigenlijk?’
Het meisje stopt met deppen. Taxerend kijkt ze Clara aan.
‘Wat is je naam?’ herhaalt ze haar vraag.
Het meisje laat haar hand met het washandje zakken. Ze verbreekt het oogcontact en buigt haar hoofd naar de grond.
‘Clara,’ fluistert het meisje.
In de Facebookgroep van ZIJ WAS CLARA kun je met andere lezers sparren over het verhaal, de personages bespreken en de spanning gezamelijk beleven. Deel je gedachtes en leef met elkaar mee. Het is een unieke ervaring om met z'n allen tegelijk op deze manier een boek te lezen.
Alle thrillers van Sietske Scholten zijn op deze manier ontstaan. Bij ieder boek liet ze de lezers over haar schouders meelezen, terwijl zij het boek schreef. De reacties van lezers maakt het schrijven voor haar nog leuker.
©Sietske Scholten. Alle rechten voorbehouden.
We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden
Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.